Ontslagregelingen met het karakter van een vervroegde uittreding krijgen een fiscale boete van 52%. Dit heet een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). De fiscale strafheffing van 52% moet door de werkgever worden betaald. Deze strafheffing komt bovenop de normale belasting (van maximaal 52%) over de gouden handdruk. Dit is artikel 32 ba van de Wet op de Loonbelasting. De overheid heeft deze regeling ingevoerd om werknemers te stimuleren langer door te werken.
Bij een ontslagvergoeding die NIET het karakter heeft van een vervroegde uittreding blijft de 52% boete altijd achterwege. Voor de vraag of een ontslagregeling ‘echt’ is, is de kwalitatieve toets geïntroduceerd (regeling vervroegde uittreding kwalitatieve toets). Hieraan wordt voldaan bij (en is er dus geen boete):
Dit geldt voor een reorganisatie met als doel vermindering van het personeelsbestand die op basis van afspiegeling wordt uitgevoerd. Afspiegeling betekent dat over alle leeftijdscategorieën ontslagen vallen. Daarbij bestaat niet de intentie om alleen ouderen (50-plussers) te ontslaan. Bij afspiegeling voldoet de werkgever aan de kwalitatieve toets van de regeling vervroegde uittreding.
Bij een individueel ontslag is geen sprake van de 52% boete bij:
Dit zijn niet-leeftijd gerelateerde ontslagredenen. Deze redenen zijn letterlijk door de Belastingdienst genoemd. Het ontslag vindt plaats via de kantonrechter of via een vaststellingsovereenkomst. In de beschikking van de kantonrechter wordt de ontslagreden genoemd. De ontslagvergoeding wordt vastgesteld door de kantonrechter of is door werkgever en werknemer onderling afgesproken en is gebaseerd op de kantonrechtersformule.
Advies: hanteer kwalitatieve toets voor aanvragen rvu verklaring van de Belastingdienst
Naast de kwalitatieve toets van de regeling vervroegde uittreding bestaat ook een kwantitatieve toets. Deze is ingewikkeld en komt erop neer dat de ontslagvergoeding te laag is om te overbruggen tot de pensioendatum. Vraag informatie over aanvragen rvu verklaring