Elke stamrecht BV moet zich houden aan de wet LoonBelasting. Een bepaling is dat bij aanvang van de periodieke uitkeringen voldaan moet worden aan de zogenaamde 1% sterftekans. Afhankelijk van iemands leeftijd betekent dit een minimale looptijd van de periodieke uitkeringen. Dat geldt voor iedere stamrecht BV en is een beperking. Echter, ingegane stamrecht uitkeringen mogen omgezet worden in een uitgesteld stamrecht. Dit is een besluit van de Staatssecretaris van Financien. Dit moet vastgelegd worden in de akte tot het doen van periodieke uitkeringen. Het besluit van de Staatssecretaris luidt:
Een stamrecht mag fiscaal geruisloos omgezet worden in een ander stamrecht. Voorwaarde is dat het nieuwe stamrecht voldoet aan de stamrecht voorwaarden van artikel 11 (stamrechtvrijstelling). Dit geldt ook voor reeds ingegane stamrecht uitkeringen. Deze mogen fiscaal geruisloos worden omgezet in een uitgesteld stamrecht. Gestarte uitkeringen uit een stamrecht BV mogen worden gestopt, uitgesteld en op latere datum weer ingaan (uiterlijk op AOW-datum). Een ingegaan stamrecht voor een nabestaande daarentegen mag niet worden uitgesteld.
De hoogte van de maandelijkse uitkeringen mag varieren
In het besluit van de Staatsecretaris wordt een voorbeeld gegeven. De uitkeringen uit een stamrecht BV moeten periodieke uitkeringen zijn, echter de uitkeringen hoeven niet vast en gelijkmatig te zijn. De maandelijkse uitkeringen mogen wijzigen, bijvoorbeeld op basis van sociale uitkeringen zoals een WW-uitkering. De wijziging moet bij het ingaan in een vast bedrag worden vastgesteld. Bijvoorbeeld kunnen de uitkeringen uit de stamrecht BV in de eerste 3 jaren € 6.800 bedragen en na 3 jaar verhoogd worden naar € 11.000 omdat er dan geen WW-uitkering meer is.