In een recent advies noemt de advocaat-generaal bij de Hoge Raad de per 1 januari 2009 ingevoerde nieuwe kantonrechtersformule ‘een vergissing'. Volgens deze adviseur zouden ontslagvergoedingen het best kunnen worden vastgesteld aan de hand van de ‘oude' kantonrechtersformule zoals deze gold vóór 1 januari 2009.
In een gloedvol betoog staat de advocaat-generaal stil bij de kredietcrisis, hebzucht aan de top en de ‘gewone' werknemer die van dit alles de dupe dreigt te worden.
Al jarenlang is het gebruikelijk dat de hoogte van een ontslagvergoeding wordt bepaald aan de hand van de zogenaamde kantonrechtersfomule. Deze formule bestaat in feite uit drie componenten: A (het aantal gewogen dienstjaren), B (de maandelijkse bruto beloning) en C (de correctiefactor).
Tot 1 januari 2009 werd de A-factor als volgt vastgesteld: de dienstjaren tot de 40-jarige leeftijd telden voor 1, de dienstjaren tussen 40 en 50 telden voor 1½ en de dienstjaren boven de 50 telden voor 2. Een werknemer van 55 jaar met 30 dienstjaren kwam zo uit op 40 ‘gewogen\' dienstjaren. Bij een salaris van bijvoorbeeld 4.000 euro bruto, zou dit tot een ontslagvergoeding van 40 x 4.000 euro = 160.000 euro leiden in het geval van een neutrale correctiefactor (C=1).
Sinds 1 januari 2009 is de vaststelling van deze A-factor gewijzigd c.q. versoberd. Als belangrijk argument hiervoor hebben de kantonrechters in Nederland aangevoerd dat de arbeidsmarktpositie van jongeren in Nederland in de afgelopen jaren sterk verbeterd is, terwijl de werkloosheid flink gedaald is.
Sinds de aanpassing van de A-factor in januari dit jaar tellen dienstjaren tot 35 slechts voor ½, tellen dienstjaren tussen 35 en 45 voor 1, tellen dienstjaren tussen 45 en 55 voor 1½ en tellen dienstjaren vanaf 55 jaar voor 2. Dezelfde werknemer (55 jaar, 30 jaar in dienst) komt nu dus uit op 30 ‘gewogen' dienstjaren. Met andere woorden, zijn ontslagvergoeding is sinds 1 januari 2009 met 25% gedaald.
Voor jongere werknemers pakt de nieuwe kantonrechtersformule nog rampzaliger uit. Werknemers tot 35 jaar zagen een eventuele ontslagvergoeding sinds begin dit jaar met 50% afnemen.
Volgens het uitvoerige advies van de advocaat-generaal hebben de kantonrechters ten onrechte besloten om de A-factor te versoberen en doen zij er verstandig aan om deze beslissing terug te draaien. De advocaat-generaal spreekt in zijn uitvoerige conclusie de hoop uit dat kantonrechters zijn te overtuigen van hun vergissing en roept hen in feite op om de formule nogmaals aan te passen (naar de stand van de formule vóór 1 januari 2009).
Hoewel de Hoge Raad zich waarschijnlijk pas op 13 november over dit advies zal uitlaten, is het niet ondenkbaar dat werknemers die in de komende maanden met ontslag bedreigd worden bij een kantonrechter pleiten voor een ontslagvergoeding op basis van de ‘oude' kantonrechtersformule.
Zou de Hoge Raad besluiten om het advies van de advocaat-generaal te volgen en zou ook de Hoge Raad zich uitspreken voor een terugkeer naar de ‘oude' kantonrechtersformule, dan zullen werkgevers geconfronteerd worden met fors hogere ontslagkosten.
Door: Maarten van Gelderen, arbeidsrechtadvocaat @ www.ontslag.nl