Als een ontbindingsverzoek dateert van vόόr 1 januari 2009, moet volgens de kantonrechter aangesloten worden bij de oude kantonrechtersformule. Dat blijkt uit een uitspraak, waarin ook de overgang van ondernemingsactiviteiten een rol speelt.
Een telefoniste werkt sinds 2008 voor een bedrijf dat vervoer in de kader van de Wet voorziening gehandicapten regelt. Daarvoor werkt ze zes jaar in dezelfde functie voor een organisatie aan wie het vervoer in die periode werd toevertrouwd. Na enkele incidenten en een verslechtering van de arbeidsrelatie wordt in februari 2009 op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ontbonden onder toekenning van een vergoeding van 21 duizend euro. De werkgever trekt daarop het ontbindingsverzoek in.
De werkneemster dient vervolgens zelf een ontbindingsverzoek in, dat door de rechter wordt toegewezen. De rechter oordeelt dat aan de werkgever een verwijt kan worden gemaakt, zodat de werkneemster recht heeft op een vergoeding. Daarbij worden de dienstjaren vanaf februari 2002 meegenomen in de berekening. Volgens de kantonrechter is de werkgever redelijkerwijze als opvolgend werkgever te beschouwen. Dat er formeel geen sprake is van een overgang van onderneming, doet hieraan niet af. Omdat de feiten die aanleiding vormen voor de ontbinding en het door de werkgever ingediende ontbindingsverzoek dateren van vόόr 1 januari 2009, stelt de kantonrechter de vergoeding vast aan de hand van de kantonrechtersformule van voor januari 2009. De correctiefactor stelt de kantonrechter op 1,5,wat resulteert in een vergoeding van opnieuw 21 duizend euro.
Tip: Overgang als gevolg van louter een transactie met aandelen is geen overgang in de zin van de wet. Het moet gaan om de overdracht van ondernemingsactiviteiten, waarbij moet worden gedacht aan de overgang van werknemers, gebouwen, inventaris, klantenkring, vergunningen, knowhow, goodwill, enzovoorts.
Bron: hr praktijk