AMSTERDAM - De gemiddelde ontslagvergoeding voor werknemers daalt, hoewel in de meeste gevallen nog steeds de oude kantonrechtersformule wordt gehanteerd. Dat blijkt uit een onderzoek van werkgeversvereniging AWVN dat vandaag wordt gepubliceerd.
De kantonrechtersformule is begin dit jaar herzien door de Kring van Kantonrechters. De nieuwe berekening komt in het algemeen lager uit dan de oude formule. De vergoeding wordt becijferd aan de hand van het aantal dienstjaren, het bruto maandsalaris en bijzondere omstandigheden (de 'C-factor'). Volgens woordvoerster Ilse Leeuwerink van AWVN vindt er in veel gevallen een uitruil plaats bij het afspreken van een sociaal plan.
"De vakbonden kunnen tegen hun leden zeggen dat ze de oude formule eruit hebben gesleept, en de werkgevers betalen in ruil een lagere C-factor." Van de negentig onderzochte sociale plannen hadden 76 een kantonrechtersformule als uitgangspunt. Bij eenderde hiervan is de nieuwe berekening gebruikt. "Dat vinden wij redelijk veel", stelt Leeuwerink. "Zeker als je weet hoe hard de bonden erop inzetten om de oude formule binnen te halen. Het is een soort prestige-kwestie, maar wij denken dat steeds vaker de nieuwe formule zal worden gehanteerd."
Tot nu toe heeft 17% van alle bedrijven het personeelsbestand laten slinken als gevolg van de crisis. 53% heeft tijdelijke contracten niet verlengd en 41% vult door natuurlijk verloop ontstane vacatures niet meer op, zo blijkt uit onderzoek van TNO en EIM. Bij eenderde van die bedrijven is er sprake van ontslag van vaste werknemers. Het grootbedrijf gaat daarbij anders met ontslagkwesties om dan het mkb. "Grotere ondernemingen kijken vooral naar het behouden van kennis, terwijl voor het mkb het aantal dienstjaren een voorname rol speelt bij het behouden van personeel", stelt onderzoeker Michel Winnubst.
Vooral de uit te betalen ontslagvergoedingen spelen bij de middenstanders een grote rol in de keuze wie ze niet langer in het bedrijf willen. Bij ontslagrondes werkte slechts 12% van alle ondernemers met een afspiegeling, 13% ging rond met de kaasschaaf. Ruim een kwart stuurde personeel de laan uit voor wie simpelweg geen werk meer is. De minst presterende werknemers konden bij 14% van de bedrijven op ontslag rekenen. De onderzoeksinstituten noemen het zorgbarend dat driekwart van het Nederlandse bedrijfsleven geen enkel voorbereidingsplan heeft liggen als ingekrompen moet worden als gevolg van de economische malaise. "Slechts 11% van de bedrijven heeft, of is bezig met, een crisisplan."
(Bron: Telegraaf)