Een werknemer wordt ontslagen omdat het slecht gaat met het bedrijf. Zijn werkgever wordt veroordeeld tot een fikse ontslagvergoeding, omdat onvoldoende is onderzocht of de werknemer elders binnen het concern zou kunnen werken.
Een werknemer wordt ontslagen omdat het slecht gaat met het bedrijf. Zijn werkgever wordt veroordeeld tot een fikse ontslagvergoeding, omdat onvoldoende is onderzocht of de werknemer elders binnen het concern zou kunnen werken.
Een werknemer werkte 32 jaar bij een automobielbedrijf dat een dealerschap heeft voor Nissan. Een naastgelegen zusterbedrijf heeft het dealerschap voor Renault. De werkgever zegt in 2004 met toestemming van het CWI om bedrijfseconomische redenen de arbeidsovereenkomst met de werknemer op.
De werknemer vindt het ontslag onredelijk en vordert een schadevergoeding op basis van de neutrale kantonrechtersformule (ruim 100 duizend euro bruto). De kantonrechter kent de werknemer echter maar een vergoeding toe van 22 duizend euro bruto. De werknemer gaat in hoger beroep. Hij voert aan dat bij de beoordeling van zijn ontslag rekening gehouden had moeten worden met de (rooskleuriger) situatie bij de andere ondernemingen binnen het concern.
Het hof is het gedeeltelijk eens met de werknemer. Bij de beoordeling van de bedrijfseconomische omstandigheden is in eerste instantie alleen de situatie van de werkgever van belang, omdat deze als een afzonderlijke vennootschap opereert. Maar bij de beoordeling van de herplaatsingsinspanningen hecht het hof wél belang aan het feit dat de werkgever tot een concern behoort. De Renaultdealer heeft ten tijde van het ontslag van de werknemer een nieuwe magazijnmedewerker aangenomen. Het hof vindt dat de werkgever had moeten onderzoeken of de werknemer binnen het concern herplaatst kon worden. Het hof oordeelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en kent de werknemer daarom een vergoeding toe van 36 duizend euro bruto.
De werkgever is verplicht zich in te spannen om de werknemer aan een andere passende functie te helpen bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Deze plicht houdt niet per definitie op bij de grenzen van de eigen vennootschap, maar kan verder strekken.
Bron: Hof 's-Hertogenbosch, 10 maart 2009, LJN BH5994