Twee werknemers zijn naar eigen zeggen onterecht ontslagen, zonder vergoeding. Dat vindt de rechter ook, maar hij houdt wel rekening met de financiële positie van de werkgever. Dat heeft gevolgen voor de toepassing van de kantonrechtersformule.
Samenvatting
Wegens bedrijfseconomische redenen heeft Stichting Dorpscentrum Noardburgum de arbeidsovereenkomsten met twee werknemers na een dienstverband van 15 jaar opgezegd zonder toekenning van een financiële vergoeding. Werknemers hebben schadevergoeding gevorderd wegens kennelijk onredelijk ontslag. Nadat er een procedure is gevoerd bij de kantonrechter, zijn werknemers in hoger beroep gegaan.
Uitspraak
Het hof oordeelt dat het ontslag zonder enige vergoeding kennelijk onredelijk is, gelet op de gevolgen daarvan voor werknemers in vergelijking met het belang van werkgever. Ten tijde van het ontslag waren werknemers 58 respectievelijk 57 jaar en één van hen was gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Hun kansen op de arbeidsmarkt waren gering en de kans was reëel dat werknemers na afloop van de duur van hun WW-uitkering aangewezen zouden zijn op een IOAW-uitkering.
De financiële positie van werkgever daarentegen is in de afgelopen twee jaar verbeterd. Bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding overweegt het hof dat de kantonrechtersformule geen maatstaf is in een kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Rekening houdend met de kwetsbare financiële positie van werkgever kent het hof aan werknemers een vergoeding toe van € 2.500,- respectievelijk € 7.500,-.