Per 1 juli 2008 wordt het werkloosheidsstelsel voor gemeentemedewerkers gewijzigd. Dit heeft tot effect dat opzegtermijnen langer worden en uitkeringen korter. Deze wijzigingen zijn vastgesteld door het LOGA (Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden). Dit geldt voor ambtenaren die op grond van reorganisatie of ongeschiktheid/onbekwaamheid worden ontslagen. Lokaal ruimer geldende afspraken gaan boven deze regeling. Het werkt dus als een minimumeis.
Ontslag wegens reorganisatie of ongeschiktheid
Ontslag wegens reorganisatie kan door:
Opheffing van een betrekking;
Reïntegratie centraal om nieuwe baan te vinden
Reïntegratie staat centraal. Er wordt geprobeerd een nieuwe baan te vinden om te voorkomen dat de medewerker aangewezen raakt op een WW- uitkering. De reïntegratiefase lijkt op een opzegtermijn, met het verschil dat de werkgever en werknemer zich samen inspannen om een nieuwe baan te vinden. De oude regeling met een opzegtermijn voor ontslag van drie maanden vervalt. De reïntegratiefase begint op de eerste werkdag na overhandiging van het ontslagbesluit. De duur van de fase is afhankelijk van de ontslaggrond en de duur van het dienstverband.
Bij reorganisatie-ontslag geldt,
bij een dienstverband van: een reïntegratiefase van:
2 tot 10 jaar 7 maanden;
10 tot 15 jaar 11maanden;
15 jaar of meer 15 maanden,
Bij ontslag wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid geldt,
bij een dienstverband van: een reïntegratiefase van:
2 tot 10 jaar 4 maanden;
10 tot 15 jaar 8 maanden;
15 jaar of meer 12 maanden,
In de wet is al bepaald dat de overheid als werkgever verantwoordelijk is voor reïntegratie vanaf vier maanden voor het ontslag. Als een medewerker bijvoorbeeld 5 jaar bij de gemeente heeft gewerkt en hij wordt ontslagen wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid recht is op een reïntegratiefase van 4 maanden. Bijvoorbeeld: medewerker krijgt op 7 augustus zijn ontslagbesluit overhandigd. De reïntegratiefase begint te lopen vanaf 8 augustus. De ontslagdatum ligt dan op 7 december.
Reïntegratiefase in overleg met werknemer
De werkgever bepaald met de werknemer de instrumenten voor de reïntegratiefase. De omstandigheden bepalen welke instrumenten nuttig zijn. Mochten werkgever en werknemer het niet eens worden, dan heeft werkgever de bevoegdheid om eenzijdig instrumenten vast te leggen. Instrumenten kunnen zijn: een arbeidsmarktprofiel, het opstellen van een portfolio, sollicitatietraining, scholing, een duaal leertraject, stage, proefplaatsing, detachering, vrijwilligerswerk of het oprichten van een eigen bedrijf. De totale kosten van de reïntegratie komen voor rekening van de werkgever en zijn maximaal 7500 euro.
Reïntegratiefase eindigt
De reïntegratiefase eindigt omdat de afgesproken duur van de fase is voltooid of omdat de medewerker een nieuwe baan heeft gevonden of omdat de ambtenaar zich niet aan de afspraken houdt. In het laatste geval vervalt het recht op een bovenwettelijke en na-wettelijke uitkering. Als de werkgever zich niet aan de afspraken houdt, kan de reïntegratiefase verlengd worden met minimaal een maand en maximaal de helft van de oorspronkelijke reïntegratiefase.
Bij mislukken reïntegratie volgt ontslag
Mocht een nieuwe baan niet gevonden worden voor de medewerker, dan vindt ontslag plaats. Medewerker maakt waarschijnlijk aanspraak op een WW-uitkering, een bovenwettelijke uitkering en eventueel een na-wettelijke uitkering. Afspraken uit het reïntegratieplan kunnen ook na het ontslag worden voortgezet.
Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid
Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan wegens volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Voor volledige arbeidsongeschiktheid (meer dan 80\0ngeschikt) geldt geen derde ziektejaar, dit mag na 24 maanden plaatsvinden. Bij ontslag wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (minder dan 80\0ngeschikt) geldt een derde ziektejaar: Ontslag mag hier plaatsvinden wanneer sprake is van ongeschiktheid voor de vervulling van de betrekking gedurende 36 maanden en wanneer binnen de gemeente geen passend werk te vinden is.