De meeste werknemers vinden na een massaontslag snel weer werk. Tussen de ontslagen werknemers bestaan echter grote verschillen. Op de lange termijn zijn werk en inkomsten van ontslagen werknemers beter gewaarborgd als zij direct weer aan de slag kunnen gaan.
Dit blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid en het CBS. In de periode 2001-2002 zijn bijna 28 duizend werknemers in bedrijven met meer dan 100 werknemers bij een massaontslag hun baan kwijtgeraakt. Het CBS heeft de arbeidsparticipatie en inkomsten van deze werknemers gevolgd tot 2006.
Werk en inkomsten na massaontslag
Ruim 66 procent van hen had na een half jaar weer werk. Na drie jaar was dit bijna 68 procent. Van de 21,5 duizend ontslagen werknemers geboren na 1950 ging bijna de helft er in die drie jaar niet in inkomsten op achteruit. Gemiddeld genomen hadden deze werknemers zelfs een enigszins betere inkomstensontwikkeling dan alle werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze gunstige ontwikkeling wordt vooral veroorzaakt door jongere werknemers met een relatief laag inkomen voorafgaand aan het ontslag. Ontslagen werknemers geboren vóór 1950 maakten vaak gebruik van een pensioenregeling.
Moeders vaak niet opnieuw aan de slag
Drie jaar na ontslag heeft 15 procent een pensioenregeling, 12 procent een uitkering en 5 procent geen eigen inkomsten. Vooral werkende vrouwen met jongere kinderen hebben een kwetsbare binding met de arbeidsmarkt; 13 procent van deze moeders zit drie jaar na het ontslag zonder eigen inkomsten.
Maanden rond ontslag cruciaal
De eerste maanden voor en na het ontslag zijn cruciaal voor het verdere verloop van de loopbaan van de ontslagen werknemer. Van de bijna 28 duizend ontslagen werknemers heeft een kwart al voor de piek in het ontslag het bedrijf verlaten. Van deze 7 duizend werknemers had 76 procent vrijwel aansluitend werk. Dat is 15 procentpunten meer dan van werknemers die tijdens of na de piek vertrokken.
De werknemers die vrijwel aansluitend weer werk hadden, hebben bovendien een tweemaal grotere kans om na drie jaar aan het werk te zijn dan werknemers die in de eerste drie maanden na het ontslag een uitkering hadden.
Werkzekerheid en beleid
Dr. Dirk Scheele, wetenschappelijk medewerker bij de WRR, constateert dat het zin heeft met ontslag bedreigde werknemers snel na het aankondigen van gedwongen ontslagen bij te staan in het zoeken naar werk. Werkzekerheid, dat wil zeggen het vermogen om op eigen kracht en op redelijke termijn weer werk te vinden, is niet voor iedereen weggelegd. In sociale plannen zouden tot slot afspraken over financiële regelingen beter moeten worden afgestemd op de afspraken die gemaakt worden om werknemers van werk naar werk te geleiden.