Minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zal zijn plannen voor versoepeling van het ontslagrecht aanpassen. Hij houdt vast aan het verdwijnen van de zogeheten preventieve toets en de beperking van de ontslagvergoeding.
Scholing en effectieve hulp bij 'van werk-naar-werk'-trajecten worden versterkt. Hoe precies, dat kan hij nog niet zeggen: "Daar studeer ik nu op", zegt hij in een gesprek met het Brabants Dagblad. Donner heeft er begrip voor dat de vakbeweging twee concrete zaken als de beoordeling van ontslag door CWI of kantonrechter, plus een ontslagvergoeding van de kantonrechter, lastig kan inruilen voor vage begrippen als scholing en werk-naar-werk.
Maar hij is er heilig van overtuigd dat de onafhankelijke beoordeling nu al weinig voorstelt, omdat 80 tot 90 procent van de ontslagaanvragen wordt goedgekeurd. Een hoge ontslagvergoeding wordt volgens hem ook steeds zeldzamer, omdat de duur van dienstverbanden gestaag terugloopt.
"Veel belangrijker is dat mensen bij onverhoopt ontslag - en ontslagen zullen er altijd zijn - klaar zijn voor een nieuwe baan. Daar is dus scholing voor nodig. En zij moeten daarbij goed en snel geholpen worden. Want het gaat niet om ontslag, hoe vervelend dat ook kan zijn, het gaat om het blijven houden van werk", aldus Donner.
Daarnaast heeft hij te maken met het onwrikbare standpunt van de werkgevers. Die willen alleen meewerken om mensen die al een tijd werkloos zijn aan een baan te helpen, als het ontslagrecht makkelijker en goedkoper wordt. "Vooral de kleinere bedrijven hikken terecht aan tegen de hoge juridische kosten die zijn gemoeid met ontslagprocedures, die ook voor de werkgever vervelend zijn", zegt hij.
Donner erkent dat in de discussie over het ontslagrecht de emoties overheersen. "Om terug te keren naar argumenten, zal iedereen over zijn eigen schaduw heen moeten springen, ook de minister van Sociale Zaken."
Vandaar dat hij zijn plannen beperkt aanpast. Welke vertraging dat oplevert, is nog onbekend, behalve dat het plan om begin januari een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in te dienen, is losgelaten.