Voor 1 september brengt de Stichting van de Arbeid (vakbonden en werkgeversorganisaties) op verzoek van het kabinet een advies uit over het ontslagrecht.
Ook de Wet Flex en Zeker is een belangrijk onderdeel van het uit te brengen advies. In februari van dit jaar deed het CNV onderzoek naar de ervaringen van werknemers met een tijdelijk 'flexcontract'. De resultaten van dit onderzoek zijn leidend voor de inzet van het CNV bij het uit te brengen advies.
Belangrijkste conclusies uit het CNV-onderzoek: meer dan de helft van de werknemers met een tijdelijk contract blijkt niet zeker te weten of zij in aanmerking komen voor een vast arbeidscontract of niet. Dit geldt in sterkere mate voor werknemers die langer dan twee jaar op tijdelijke basis werken. Het lijkt erop dat de onzekerheid toeneemt naarmate het tijdelijke arbeidscontract langer duurt. Het CNV heeft bij het overleg een aantal voorstellen gedaan om de rechtspositie van flexwerkers te verbeteren.
Flexwerkers vinden het lastigste dat ze steeds opnieuw moeten zoeken naar een andere baan. Vooral werknemers van 35 jaar en ouder vinden dit zwaar. Andere door flexwerkers genoemd knelpunten zijn de moeite met het afsluiten van een hypotheek en de beperkte doorgroeimogelijkheden als tijdelijke werknemer.
Het CNV vindt dat talenten van flexwerkers niet onbenut mogen blijven. Ook flexwerkers hebben recht op scholingsmogelijkheden en op termijn uitzicht op een vaste baan. "Nu worden flexwerkers te vaak aan het lijntje gehouden terwijl ze na bewezen diensten veel te gemakkelijk in de WW belanden. Dat moet afgelopen zijn," vindt CNV-voorzitter René Paas.
Uit onderzoek blijkt dat flexwerkers goed zijn voor 44% van nieuwe WW-aanvragen. Om die reden wil het CNV dat de WW-premie voor flexwerkers wordt verhoogd en de premie voor vaste krachten verlaagd. "Premiedifferentiatie beloont werkgevers die bewust met flexwerkers omgaan. Maar minstens zo belangrijk is dat zo wordt voorkomen dat de WW een ondernemersrisicoverzekering wordt," aldus Paas. "Werkgevers met veel tijdelijke werknemers wentelen nu de kosten af op de samenleving."
Om te voorkomen dat flexwerkers in de WW belanden, pleit het CNV voor extra scholingfaciliteiten voor werknemers met een tijdelijk contract. Paas: "Wij vinden dat werkgevers die investeren in scholing van flexkrachten, daarvoor beloond mogen worden. Het vergroot de kansen van deze groep werknemers op de arbeidsmarkt. En daarmee hun flexibiliteit. Dat is dus winst voor de flexwerker én de werkgever." Tijdelijke werknemers die geen ruimte krijgen hun vakkennis op peil te houden, dreigen bovendien de aansluiting met de arbeidsmarkt te verliezen. "Het mag niet zo zijn dat de flexwerker van vandaag, de structurele werkloze van morgen wordt", aldus Paas.
Uit eigen onderzoek en reacties via de CNV-site blijkt dat flexwerkers moeite hebben met de onzekerheid. Volgens CNV-voorzitter Paas getuigt het van goed ondernemerschap wanneer een werkgever twee maanden voor de einddatum van een contract duidelijkheid biedt; verlenging, een vast contract of zoeken naar een andere baan. Dat geldt ook voor een motivatie waarom iemand een tijdelijk contract krijgt. "Ik ben er voor om flexkrachten tijdig duidelijkheid te bieden. Het kan veel onzekerheid wegnemen en het stelt hen in staat om tijdig op zoek te gaan naar ander werk."
Het CNV vindt verder dat werkgevers niet maximaal 3 maar maximaal 2 jaarcontracten mogen aanbieden. Een langere periode of meer contracten kan, mits er in de cao afspraken worden gemaakt over een stevige compensatie: extra scholing of een risico-bonus. Tot eind augustus wordt veelvuldig overlegd over de flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Inzet van het CNV is de positie van de (tijdelijke) werknemer te verstevigen en niet verder uit te hollen.