DEN HAAG - Het kabinet overweegt om de vergoedingen die werkgevers moeten betalen wanneer ze een personeelslid ontslaan, aan een maximum te binden.
Werknemers zouden maximaal één jaarsalaris mogen krijgen en de gouden handdruk zou hooguit circa 90.000 euro mogen bedragen.
Volgens ingewijden zal het kabinet dat volgende week woensdag inbrengen tijdens de participatietop met vakbonden en werkgeversorganisaties. Op die top moeten afspraken tot stand komen over het aan de slag krijgen van 200.000 personen.
De werkgevers vinden dat dat alleen kan als de huidige ontslagregels worden aangepast. Bedrijven vinden dat ze nu te duur uit zijn als ze van een werknemer af willen. Voor de ontslagvergoeding geldt nu de ‘kantonrechtersformule', die gebaseerd is op jaarsalaris, leeftijd en diensttijd. Voor werknemers in de hogere inkomenscategorie kan het bedrag fors oplopen.
Hoge inkomens
Door de ontslagvergoeding te maximeren, zouden vooral de hogere inkomens worden getroffen. Werkgevers zijn dan minder geld kwijt en hoeven niet meer voor elke zaak naar de kantonrechter.
Tot dinsdagochtend zag het er naar uit dat er helemaal geen participatietop zou komen. De ministers van PvdA en ChristenUnie voelden er niets voor het ontslagrecht ter discussie te stellen, omdat de vakbonden daar mordicus tegen zijn. Maar kort voor het begin Tweede Kamerdebat over het beleidsprogramma van het kabinet kon CDA-minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken melden dat er toch een top komt, en dat het ontslagrecht op de agenda staat. Intensief overleg daarover, ook met de sociale partners, ging daaraan vooraf.
Politieke reacties
Het bespreken van ontslagvergoedingen tijdens de komende participatietop kan volgens PvdA-fractievoorzitter Jacques Tichelaar ook leiden tot een verbetering van de positie van werknemers. ‘Er zijn ook mensen die helemaal geen recht hebben op een ontslagvergoeding,’ aldus Tichelaar, die daarmee aangaf dat de positie van de zogeheten flexwerkers ter sprake kan komen. Ook zou het overleg met de sociale partners wat hem betreft ‘een einde kunnen maken aan de gouden handdrukken.’
Agnes Kant van de SP hield hem voor dat de PvdA voor de verkiezingen nog het standpunt had ‘handen af van het ontslagrecht.’ Tichelaar zei daarop dat in het regeerakkoord staat dat het ontslagrecht besproken dient te worden. Hij wil nu de uitkomst van het overleg afwachten en pas dan een oordeel geven.
VVD-leider Mark Rutte vreest dat het kabinet ‘geen enkele voortgang’ boekt in de plannen om meer mensen aan het werk te helpen. De uitnodiging van minister Donner voor de participatietop met werkgevers en de vakbeweging bevat na honderd dagen praten met de samenleving volgens Rutte ‘niets nieuws’ ten opzichte van het coalitieakkoord van CDA, PvdA en ChristenUnie.
De VVD-leider had verwacht dat het kabinet voor het overleg met werkgevers en de vakbeweging een standpunt zou innemen over hervorming van het ontslagrecht. Hij is teleurgesteld dat Donner alleen schrijft dat over de betekenis van het ontslagrecht wordt gesproken. Rutte: ‘Het kabinet zou het voortouw moeten nemen en mag zich niet laten gijzelen door sociale partners’.