Er bestaat geen wettelijk recht op een gouden handdruk. Maar in de praktijk krijgen werknemers meestal een ontslagvergoeding als ze buiten hun schuld worden ontslagen, mits de werkgever het kan betalen. Als een werkgever geen ontslagvergoeding geeft en de werknemer via het UWV “ontslaat”, kan de werknemer naar de kantonrechter voor een kennelijk onredelijk ontslag procedure en alsnog een ontslagvergoeding “claimen”. Als de claim wordt toegekend, wordt de hoogte gebaseerd op de werkelijke inkomensschade van de werknemer. Dit zijn uitzonderingen. In de meeste gevallen wordt voor de hoogte van de ontslagvergoeding gekeken naar de kantonrechtersformule: ontslagvergoeding = A * B * C.
Daarin staat A voor het aantal dienstjaren, B voor het bruto salaris en C voor de mate waarin de werknemer zelf schuld heeft aan zijn ontslag. De factor A wordt door de kantonrechter als volgt ingevuld: voor werknemers jonger dan 35 jaar 0,5 maandsalaris per gewerkt jaar; 35 – 45 jaar: 1 maandsalaris per gewerkt jaar; 45 – 55 jaar: 1,5 maand per gewerkt jaar; en 55 jaar en ouder: 2 maanden per gewerkt jaar. De correctiefactor C zal meestal uitkomen op 1, maar als de werknemer deels schuld heeft aan het ontslag kan dat minder worden. Deze formule die gehanteerd wordt door kantonrechters staat bekend als de nieuwe kantonrechtersformule. Er bestaat ook nog een oude kantonrechtersformule die gebruikt wordt in sociaal plannen en die gunstiger uitpakt.