Bij ontslag met wederzijds goedvinden of collectief ontslag met een sociaal plan kunt u recht hebben op de kantonrechtersformule. Met de kantonrechtersformule kunt u de hoogte van uw ontslagvergoeding berekenen. Een aantal factoren is van belang bij de kantonrechtersformule:
Deze kantonrechtersformule is afkomstig uit de praktijk van de rechtspraak en is niet wettelijk vastgelegd. U kunt de hoogte van de kantonrechtersformule berekenen via gouden handdruk online berekenen. Bij ontslag via UWV of de kantonrechter ontvangt u de -wel wettelijk vastgelegde- transitievergoeding. Deze transitievergoeding is lager dan de kantonrechtersformule. Daarom wordt er bij onderhandelingen over ontslag buiten UWV of kantonrechter vaak ingezet op de kantonrechtersformule.
De berekening van de ontslagvergoeding volgens de kantonrechtersformule ziet er sinds 2009 als volgt uit: Schadeloosstelling = A x B x C
A = aantal gewogen dienstjaren
B = bruto maandinkomen
C = correctiefactor
Het getal dat voor A moet worden ingevuld, is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en het aantal jaren dat hij heeft gewerkt. Als een werknemer bijvoorbeeld van zijn 30e tot 35e jaar heeft gewerkt, dan bedraagt het aantal gewogen dienstjaren 2,5. Dit is opgebouwd uit 5 dienstjaren maal wegingsfactor 0,5. Deze wegingsfactoren gelden vanaf 2009. Voor 2009 golden andere wegingsfactoren. Zie hier uitleg over de oude kantonrechtersformule.
Leeftijd | Wegingsfactor |
Tot 35 jaar | 0,5 |
Tussen 35 en 45 jaar | 1 |
Tussen 45 en 55 jaar | 1,5 |
Boven de 55 jaar | 2 |
Voor de vaststelling van B moeten de juiste onderdelen van het maandinkomen worden meegeteld:
Onderdelen die wel worden meegeteld | Onderdelen die niet worden meegeteld |
Vast bruto maandsalaris | Werkgeversaandeel pensioenpremie |
13e maand | Auto van de zaak |
Structureel overwerk | Onkostenvergoeding |
Vakantiegeld | Tantième |
Vaste ploegentoeslag | Werkgeversaandeel in de ziektekostenverzekering |
Structurele winstdeling | Een niet-structurele winstdeling |
Indien de ontbindingsgrond in de risicosfeer van de werkgever valt en verwijtbaarheid niet aan de orde is, is de correctiefactor gelijk aan 1.
Indien de ontbindingsgrond geheel in de risicosfeer van de werknemer valt zonder dat van enige verwijtbaarheid van de werkgever sprake is, dan is de correctiefactor 0. De gouden handdruk bedraagt dan ook 0.
Is er sprake van verwijtbaarheid van één van de partijen dan wel van verwijtbaarheid over en weer, dan wordt via de correctiefactor de ernst van de verwijten tot uitdrukking gebracht. In de praktijk zal de correctiefactor maximaal 2 zijn. De factor C heeft een grote invloed op de hoogte van de gouden handdruk.
Factor C kan variëren en wordt hoger naarmate de werkgever meer schuldig is aan het ontslag. Hoe hoger C, hoe hoger de gouden handdruk. In de praktijk geeft de factor C veel ruimte tot onderhandelen. 'Schuldig' houdt tegenwoordig ook in of de werkgever heeft bijgedragen aan het versterken van de arbeidsmarktpositie van de werknemer, bijvoorbeeld door scholing en cursussen aan te bieden. Ook speelt de financiële positie van de werkgever een rol. Als de werkgever financieel in zwaar weer verkeert zal de kantonrechter een lagere correctiefactor opleggen.
Bij een collectief ontslag wordt meestal de kantonrechtersformule toegepast. Dit staat beschreven in het sociaal plan. De hoogte van de correctiefactor is het onderhandelingsresultaat tussen werkgever en vakbonden. De financiële positie van de werkgever is bepalend. Bij een financieel gezonde onderneming zal de correctiefactor vaak 1 zijn. Is de onderneming financieel zwakker, dan zal de correctiefactor lager dan 1 zijn.