Eind 2010 heeft de Belastingdienst het begrip stamrecht vrijstelling en stamrecht ruimte nadere uitleg gegeven. Uit de praktijk blijkt dat onduidelijk is wanneer een gouden handdruk in aanmerking komt voor de stamrecht vrijstelling. De stamrecht vrijstelling betekent dat u niet direct belasting hoeft te betalen over uw gouden handdruk, maar pas in de toekomst.
De stamrecht ruimte is het maximale deel van een gouden handdruk dat gebruikt mag worden voor de stamrecht vrijstelling. De stamrecht vrijstelling zorgt dat u niet direct belasting betaalt over een gouden handdruk die u onderbrengt in stamrecht banksparen of een stamrecht BV.
De gouden handdruk mag niet ondergebracht worden in een stamrecht voor het gedeelte waarop de vergoeding betrekking heeft op een periode na de pensioendatum. Dat het stamrecht product later in kan gaan of langer doorloopt, zoals een bankspaarrekening die pas op 65-jarige leeftijd ingaat, is hier niet mee in strijd. Hoe het bedrag wordt gebruikt staat los van hoe het wordt toegekend. Als de werkgever graag het pensioen wilt aanvullen, of hier regelingen voor wil treffen, is dit mogelijk, maar buiten de stamrecht vrijstelling om. Er kan bijvoorbeeld pensioenopbouw worden voortgezet, of een aanvullende inkoop van gemiste pensioenopbouw uit het verleden, als er niet maximaal is ingelegd.
Het brutoloon bestaat uit twee delen: inkomensschade en pensioenschade. De inkomensschade bestaat uit het te derven brutoloon tot aan de pensioendatum. Dit is het inkomen dat u mist omdat u ontslag krijgt. De pensioenschade bestaat uit de wegvallende premies voor alle types oudedagsvoorziening, tot aan de datum waarop ze zouden worden voortgezet bij een normale voortzetting van de dienstbetrekking. Vergoedingen voor pensioenuitkeringen vallen dus niet onder de stamrecht vrijstelling, alleen vergoedingen voor de premie-inleg. Ook gaat het om het werkgeversaandeel in de premie-inleg. Het werknemersaandeel is onderdeel van het brutoloon.
Voor de stamrecht vrijstelling geldt de maximale stamrecht ruimte. Dit is dus het maximumbedrag dat in stamrecht producten kan worden ondergebracht met uitstel van belastingbetaling.
Een 58 jarige werknemer wordt ontslagen, na een dienstverband van 30 jaar. De prepensioendatum is 62 jaar, en ouderdomspensioen gaat in op 65 jaar. Tijdens het prepensioen wordt premie betaald voor het ouderdomspensioen. Werkgeverspremies voor opbouw van pensioen zou tot aan de 65-jarige leeftijd in totaal €25.000,- hebben bedragen als de werknemer niet was ontslagen, maar op 62-jarige leeftijd met prepensioen gegaan zou zijn. Werknemer zou doorwerken tot 65 jarige leeftijd, als hij niet ontslagen was. Het brutoloon bedraagt €40.000,- per jaar, exclusief vakantiegeld. De ontslagvergoeding gebaseerd op de kantonrechtersformule is € 124.200,-.
De stamrecht ruimte is in dit geval vier jaar inkomensschade à €160.000,- en €25.000,- pensioenschade, wat neerkomt op een totaal van €185.000,-. In dit geval kan de hele gouden handdruk ondergebracht worden in een stamrecht product, omdat de stamrecht ruimte hoger is dan de gouden handdruk. Stel dat deze werknemer echter al 60 jaar is, met eenzelfde dienstverband, dan is er maar twee jaar inkomensschade (€80.000,-) en ongeveer €20.000,- pensioenschade. Dit betekent dat er maar een stamrecht ruimte van €100.000,- is, waardoor de bovenste €24.200,- niet uitgesteld kan worden van belastingbetaling.
Dit voorbeeld geeft aan dat een probleemsituatie met de gouden handdruk en de stamrecht ruimte vooral kan spelen voor oudere werknemers die niet ver van hun pensioendatum afzitten.